Hendrik-eume , G.J. Klokman
Artikelnummer: 9789070049287/ betreft isbn 9070049287 voorin tekst geschreven
In dit dialectverhaal, dat een herdruk is van een uitgave uit de dertiger jaren, vertelt de auteur de
wederwaardigheden van een Achterhoeks gezin aan het einde van de vorige eeuw. Klokman
beschrijft het leven van de mensen vanaf het moment dat zij 's morgens hun benen van tussen
de „gruune gadienen" naar buiten steken totdat ze 's avonds weer in de bedstee verdwijnen.
Van „niejaorsdag tot ollejaorsaovend" met als hoofdpersoon Hendrik-eume die „met St. Jan al
in zien vief en veertigste kump".
Klokman laat de lezer kennis maken met talloze gebruiken en gewoonten die in het eind van de negentiende eeuw in de Achterhoek in zwang waren. Hij kruidt zijn verhalen met kostelijke humor en weet de sfeer op verrassend juiste wijze te schilderen. De vrijgezel Hendrik-eume is de raadsman van velen. Als op een boerderij in de buurt de inboedel van een weduwe verkocht zal worden weet hij dat op een vindingrijke wijze te voorkomen. Het gevolg is echter dat Hendrik-eume „waor 't vrouwluuvleisch al af is", zoals zijn broer Tonnis het uitdrukt, toch in de kleedwagen komt om met de weduwe van De Hörste „hen inschrieven te gaon".
De auteur van dit boekje G. J. Klokman werd 28 december 1864 te Zelhem geboren. Evenals zijn vader, die hoofd was van een lagere school, kreeg hij een opleiding in het onderwijs
en studeerde aan de kweekschool in Deventer. Klokman was o.a. docent aan het instituut Noordheij te Voorschoten waar voornamelijk adellijke jongeren studeerden. In het begin van deze eeuw keerde hij naar de Achterhoek terug en vestigde zich in Laag-Keppel waar hij de „Inrichting voor Opvoeding en Onderwijs Gelre" stichtte. Nog staat daar de villa „Gelre" aan de drukke verkeersweg naar Doesburg.
De heer Klokman stichtte in 1901, samen met de in Vorden geboren prof. dr. J. H. Gallee, de
Vereniging tot onderzoek van taal- en volksleven in het Oosten van Nederland. Een jaar later
verscheen onder redactie van Klokman en prof. Gallee het eerste nummer van „Driemaandelijksche
bladen", een tijdschrift met taalkundige en volkskundige studies, o.a. woordenlijsten,
welk blad een belangrijke functie heeft vervuld voor de kennis van deze streek.
Kolkman, die actief was in het plaatselijke en regionale verenigingsleven behoorde in 1925
tot de oprichters van de Oudheidkundige Vereniging „De Graafschap". Hij was een zoon van
J. A. Klokman, die in de vorige eeuw meerdere interessante geschriften over de Achterhoek
liet verschijnen.
De auteur overleed in 1943.
Aantal pagina's
88